‘Vanmorgen om acht uur vroeg hij al: ‘Wanneer komt ze me ophalen voor de Graka’.
Tegenover me zit een lieve zuster en ze kijkt me aan. Verwachtingsvol. Nog maar net nieuw in de functie van dagbestedingscoach heb ik afgelopen week iets toegezegd wat eigenlijk niet persé de bedoeling was. Meeste tijd is dat probleem snel opgelost omdat afspraken, eerlijk is eerlijk, gewoonweg vaak niet opgeslagen worden in het brein van onze oudere bewoners met dementie. Maar dus wel bij Dhr S.
Verschillende keren ben ik langs geweest bij hem en vroeg hem of we ook winterzaden zouden kunnen poten. ‘Nou’, zegt hij bedenkelijk, ‘daar is het wel wat te laat voor hoor in september. En al zouden we dat doen, dan vreten de slakken alles op’. Ik zie iets van een meewarige blik op zijn gezicht, zo van ‘meisje meisje, dat je dat nou zelf niet kon bedenken’. Maar ik ben niet voor één gat gevangen. ‘Als we nou es een kweekbak kopen. En moestuingrond. Dan haal ik deze spullen met de auto komende donderdag en aanstaande vrijdag ga ik met u naar de Graka’.
En zo kwam het dus dat hij die vrijdagochtend om acht uur de zuster er op attendeerde: vandaag gaan we naar het tuincentrum.
Met een grote glimlach op zijn gezicht loopt hij langs de heideplantjes, de bolchrysanten, tuingereedschap, de vogels in de voliere...
Het is prachtig weer. Rolstoel mee, en hup, daar gaan we. Om winterzaad. Als we bij de winkel aankomen laat ik hem uit de rolstoel komen om lopend alles goed te kunnen bekijken. Het is een waar paradijs voor hem. Altijd zelf een grote moestuin gehad en dan nu in zo’n grote groente- en plantenkas te lopen. Met een grote glimlach op zijn gezicht loopt hij langs de heideplantjes - 'kijk, die hebben we afgelopen week gekocht, met m’n dochter…’- , de bolchrysanten, tuingereedschap, de vogels in de voliere...
En dan ziet hij de tuinman, een bekende. ‘Hé Plaetenaer’, wordt er geroepen. ‘Weun joe nie meêr in de Plaete’, zegt Dhr S. Nee nee, de tuinman is verhuisd. Ik maak van de gelegenheid gebruik om te vragen welk zaad nog gezaaid kan worden in september.
Met verschillende zakjes, koperdraad en slakkenkorrels tegen de slakken lopen we even later de winkel uit. Als we aankomen bij de woongroep wil hij gelijk aan de slag. ‘Eerst maar even wat drinken?’
Als ik een paar dagen later weer langs ga zie ik een keurige kweekkas met moestuingrond gevuld en de zaden onzichtbaar weggestopt. Precies zoals het hoort. En een bewoner met opnieuw een grote glimlach op z'n gezicht.
Ik voel me blij worden. Dit is waar we het voor doen!
Comments